Dampopen of dampdicht bouwen
Oude gebouwen waren vroeger volledig dampopen. Met een haardvuur was je buik warm en je rug bevroren in de winter. Dit haardvuur had echter zeer veel lucht nodig om de rook door de schouw te geleiden. Kaarsen trokken krom door deze trek.
Ook was het wooncomfort toen heel anders dan vandaag. Vroeger was een aangename temperatuur in huis +18°C in de winter. Vandaag is dat eerder +22,6°C.
Later werden kachels geplaatst om de open haarden te vervangen. Deze produceerden echter heel erg veel kilowattuur aan energie en hadden bovendien ook zeer veel luchtaanvoer nodig. Vandaag de dag staan kaarsen rechtop en is de warmteproductie van een gashaard of een vloerverwarming slechts een fractie van die van vroeger. Logischerwijze is de vochtopname en -afvoer ook niet meer hetzelfde.
Een opgewarmde lucht van +22,6°C zal maar liefst 32,8% meer vocht opnemen dan een lucht van +18°C, ook al is de relatieve luchtvochtigheid nog steeds 50%. Door het meer opnemen van vocht is de grenswaarde makkelijker overschreven met als gevolg interne condensatie in de muurbreedte.
Wanneer vocht condenseert in de muur, wordt deze samen met de isolatie doornat. Mogelijk zijn de bouwmaterialen er tegen bestand, maar het opnemen en afgeven van vocht vraagt heel wat energie. Als men energieneutraal of passief wil bouwen zal men hier rekening mee moeten houden. Ook kan men onmogelijk voldoen aan de huidige energieprestatieregelgeving wanneer er vocht in de muurbreedte condenseert.
Let op: dampdicht is niet hetzelfde als luchtdicht. Een blowerdoortest bewijst dat de gebruikte pleister luchtdicht is, maar vocht kan nog steeds doordringen. Dus is de pleister dampopen. Met een µd van 0,2 kan slechts 0,2% vocht tegengehouden worden.
Kortom, door dampopen te bouwen kan condensatie van het aanwezige vocht in de muurbreedte niet voorkomen worden. Het dauwpunt ligt steeds in de laatste 2cm van de buitenste isolatielaag. Indien de muurbreedte aan de warme zijde dampdicht gemaakt is (µd > 100), is er geen damptransport en dus ook geen vocht om te condenseren.
Er kan makkelijk 20 – 30 % op de energiekosten bespaard worden door vocht niet te laten opnemen en afgeven. Zeker dus de moeite om goed over na te denken, ook al is er geen zichtbare schade.