ma-do: 8u30-12u en 13u-17u; vrij: 8u30-12u en 13u-16u   +32 11 18 21 21 (B)   +31 85 065 39 29 (NL)

 

ma-do: 8u30-12u en 13u-17u

vrij: 8u30-12u en 13u-16u

+32 11 18 21 21 (B)

+31 85 065 39 29 (NL)

Selecteer de taal

Functionele eisen bouwwerken

functionele eisen kelder

De eisen die aan een bouwwerk zijn gesteld, zijn afhankelijk van de gebruiksfunctie waartoe dat bouwwerk behoort. De soort gebruiksfunctie bepaalt welke eisen toegepast moeten worden. Volgens de begripsomschrijving wordt met gebruiksfunctie bedoeld: de gedeelten van een bouwwerk die eenzelfde gebruiksbestemming hebben en die tezamen een gebruikseenheid vormen.

Onder een gebouw wordt verstaan elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijk overdekt geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

Het komt vaak voor dat in een gebouw verschillende soorten of gelijke gebruiksfuncties zijn opgenomen. Denk aan een winkelcentrum (winkelfunctie) en daarboven gelegen woningen (woonfunctie) of een kantoor (kantoorfunctie) met een kantine (bijeenkomstfunctie), een opslagruimte (industriefunctie) en een fitnesscentrum (sportfunctie).
Constructies, bouwdelen en ruimten die deel uitmaken van gebruiksfuncties moeten voldoen aan alle eisen die daarvoor aan die gebruiksfuncties stelt. Wanneer voor hetzelfde onderwerp verschillende eisen worden gesteld, geldt altijd dat aan de zwaarste eis moet worden voldaan.

Op basis van het gelijkwaardigheidsvoorschrift is het toegestaan een andere oplossing aan te dragen waarmee op een gelijkwaardige manier aan de functionele eis is voldaan om het normale gebruik van het betreffende bouwdeel te kunnen waarborgen.
De geformuleerde functionele eisen zijn ondergebracht in eisen ten aanzien van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid.

De eisen in deze vier categorieën hebben de volgende achtergrond:

  • Veiligheid: het voorkomen of beperken van schadelijke of hinderlijke gevolgen voor gebruikers van het
    bouwwerk of derden.
  • Gezondheid: het voorkomen of beperken van schadelijke of hinderlijke gevolgen voor gebruikers van het
    bouwwerk of derden.
  • Bruikbaarheid: het mogelijk maken van het verrichten van de voor het bouwwerk kenmerkende activiteiten.
  • Energiezuinigheid: het bijdragen aan een zuinig verbruik van energie in het bouwwerk.

Een prestatie-eis is afgeleid van functionele eisen en wordt gekwantificeerd als een minimumeis. Voor het beoordelen van de draagconstructie in een bouwwerk zijn met name de eisen met betrekking tot veiligheid en bruikbaarheid van belang.

Als men door een aan- of verbouw de functie van een of meerdere lokalen wijzigt, ook al is het onrechtstreeks, dan is een functiewijziging aan te vragen.

Van ‘verbouw’ is sprake bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of het veranderen of vergroten van een
bestaand bouwwerk. Alleen een bestaand bouwwerk kan dus worden verbouwd, een nieuw te bouwen bouwwerk niet. De verbouwvoorschriften zijn alleen van toepassing op die delen van een bouwwerk die ook daadwerkelijk fysiek worden gewijzigd en niet op de delen die ongewijzigd blijven.

De algemene eis bij verbouwen is dat een bouwwerk en de aanpalende delen door een verbouwing niet slechter worden. De minimale kwaliteit na een verbouwing moet minimaal gelijk zijn aan de kwaliteit van voor de verbouwing.

In het algemeen kan men stellen dat:

  • Een slaapkamer is per definitie functioneel onbruikbaar als er een schimmelkolonie aanwezig is van meer dan 0,25m², of als er giftige soorten aanwezig zijn van een klasse A. Hinderlijke of gevaarlijke gezondheidsschade is per definitie onaanvaardbaar.
  • Een kelder is functioneel onbruikbaar als er water in staat of als er geen diagonale verluchting of ventilatie aanwezig is. Alles wat men er stockeert zal immers aangetast worden door het vocht. Een gebrek aan verluchting en ventilatie kan een schimmelexplosie op korte termijn veroorzaken.
  • Elk gebouw heeft een minimale energieprestatie-eis. Indien een derde onderliggende oorzaak een ernstige beperking inhoud van de vooropgestelde energieprestatie van het betreffende gebouw, en men 20 – 30% meer energie nodig heeft (bijvoorbeeld door het opnemen van vocht), is er sprake van een functioneel gebrek.
  • Barsten en scheuren, met een theoretisch stabiliteitsgevaar, zijn per definitie niet te aanvaarden en doen de functionaliteit van het bouwwerk volledig teniet.